Hoogleraar Ruben Fukkink


Samenwerking kinderopvang, basisonderwijs en jeugdzorg steeds intensiever

Op steeds meer locaties kiezen kinderopvangorganisaties, basisscholen en jeugdzorg voor vergaande samenwerking. Soms mondt de ambitie uit in een integraal kindcentrum (IKC). Maar los van de ambitie om er één organisatie, met één visie, één beleid en één pedagogische en didactische vertaling van te willen maken, begint alles bij een goede en professionele samenwerking. Ruben Fukkink en zijn collega’s deden er onderzoek naar. De hoogleraar vertelt op de NOT hoe organisaties er optimaal invulling aan kunnen geven.

Tekst: Brigitte Bloem

Ruben Fukkink, hoogleraar kinderopvang en educatieve voorzieningen voor het jonge kind aan de Universiteit van Amsterdam, deed met collega’s ruim tweeënhalf jaar onderzoek bij acht integrale kindcentra, verspreid over Nederland. Doel van dit onderzoek in het kader van PACT voor kindcentra (zie kader) was de samenwerking tussen de professionals uit de kinderopvang, basisonderwijs en jeugdzorg binnen (startende) IKC’s in beeld te brengen en daarvan te leren.

De onderzoekers constateerden dat IKC’s van onderop ontstaan. Een aantal bevlogen professionals op een locatie wil intensiever met elkaar samenwerken, omdat dat de kinderen ten goede komt. ‘We vroegen aan de professionals zelf wat wel en niet goed werkt’, legt Ruben uit. ‘Sommigen dachten dat als ze maar veel samen vergaderden, de samenwerking vanzelf van de grond zou komen. Anderen begonnen zonder al te veel voorbereiding aan een IKC en weer anderen regelden de noodzakelijke randvoorwaarden zonder eerst de samenwerking invulling te geven.’ Gezelligheidsmodel Professionals in de betrokken branches zijn over het algemeen warme, sociale mensen die relaties heel belangrijk vinden, constateert de hoogleraar. ‘Je merkt dat samenwerking nogal eens heel relationeel ingevuld wordt. Een team benadrukt dan dat het goed loopt want de collega’s komen bijvoorbeeld op elkaars verjaardagsfeestjes. Op zich is dat prima, maar je ziet toch dat zo’n ‘gezelligheidsmodel’ niet werkt. Goed met elkaar kunnen samenwerken houdt niet per se in dat je vrienden moet zijn.’ Een goede werksfeer en op elkaar kunnen vertrouwen zijn echter prima voorwaarden voor een goede samenwerking, stelt Ruben. Een duidelijke taakverdeling draagt hieraan bij. ‘Het gaat hier om professionals die het ontzettend druk hebben. Zorg dat er bij elke organisatie enkele medewerkers zijn die de taken en werkzaamheden coördineren. Anderen houd je zo ‘uit de wind’. Medewerkers kunnen elkaar aanvullen, in plaats dat ze dubbel werk doen. De coördinatoren overleggen met elkaar, stemmen af en weten elkaar te allen tijde te vinden. Op die manier ontstaat een vertrouwensband.’ Onder één dak geen noodzaak Kinderopvang, basisonderwijs en jeugdzorg zijn vaak nog gescheiden werelden. Dat werd volgens Ruben ook zichtbaar tijdens de coronaperiode toen scholen en kinderopvang niet altijd met elkaar afstemden. ‘Kinderen zijn gebaat bij een integraal aanbod en integrale aandacht. Daarvoor hoef je overigens niet ‘onder één dak’ te zitten. Soms bevinden kinderopvang en basisschool zich in één gebouw, en zie je dat de samenwerking helemaal niet zo goed loopt. Andersom zijn er genoeg voorbeelden van netwerkorganisaties die niet bij elkaar in huis zitten, waar uitstekend wordt samengewerkt. Dat mooie, nieuwe, grote gebouw waar de samenwerking als vanzelf verloopt kan zelfs een illusie zijn. Er is meer nodig voor optimale samenwerking, daar moet je gestructureerd aan werken.’ Wat zeker bijdraagt aan een goede samenwerking, stelt Ruben, is als ook de opleidingen over hun muren heen zouden kijken. Zijn advies aan de opleidingen: ‘Maak, net als in de gezondheidszorg, intensievere samenwerking mogelijk tussen studenten van de verschillende soorten opleidingen.’

Waar op de beurs? IKC’s: (g)één oplossing voor u? Hal 1, studielokaal 1 2 december 10.30 uur 2 december 13.30 uur

PACT voor Kindcentra

PACT voor Kindcentra staat voor een ontwikkelomgeving voor kinderen van 0-12 jaar, waarin ieder kind meetelt, meedoet en leert, ongeacht herkomst, mogelijkheden en beperkingen, waarin professionals met plezier werken en ouders, kinderen en medewerkers samen optrekken. Kernwaarden hierbij zijn inclusief, integraal en interprofessioneel.

Eén wereld voor kinderen

Vijf jaar geleden besloot Hadewych Peters haar baan als manager kinderopvang te verruilen voor een directeursfunctie op een basisschool. Ze constateerde dat er veel verschillen zijn tussen de professionals in het basisonderwijs en die in de kinderopvang als het gaat om talenten, kennis en competenties. Verschillen die elkaar heel mooi aanvullen en bij een intensievere samenwerking en afstemming betekenisvoller kunnen zijn voor de ontwikkeling van kinderen. Inmiddels is Hadewych weer terug in de kinderopvang en wil ze haar ervaring in beide werkvelden gebruiken om kinderopvang en onderwijs meer te verbinden.

‘Ik wil er graag aan bijdragen dat kinderdagverblijven, bso, onderwijs en welzijn steeds meer samen optrekken’, aldus Hadewych. ‘Zo maak je er voor kinderen één wereld van.’ De kinderopvang is een jonge branche, maar inmiddels wel uitgegroeid tot een volwaardige gesprekspartner. De branche moet volgens Hadewych af van het Calimero-gevoel tegenover het onderwijs. ‘Juist de wendbaarheid, flexibiliteit en innovatieve kracht van de kinderopvang kunnen helpen het onderwijsinstituut te vernieuwen. En vernieuwen, dát wil het onderwijs, gezien de uitnodiging tot dialoog naar aanleiding van het discussiestuk ‘De toekomst van het onderwijs, pleidooi voor groot onderhoud aan het Nederlandse onderwijssysteem’. Het onderwijs blinkt uit in ‘leren leren’, de kinderopvang in ‘leren leven’, met een gezamenlijk fundament van welbevinden. Laten we samen de cultuur van leren veranderen en gebruik maken van elkaars expertise’, bepleit Hadewych. Om intensief met elkaar samen te werken moet je met elkaar in dialoog gaan, is haar ervaring. Wat daarvoor nodig is, is niet alleen uitwisselen over inhoud, maar ook over houding ten opzichte van en verhouding tot elkaar. Daarover vertelt ze tijdens haar presentatie op de NOT.

Waar op de beurs? Kansen om te verbinden Hal 1, Studielokaal 1

1 december 10.30 uur 1 december 13.30 uur 1 december 16.30 uur