Sander, waarom heb jij ooit gekozen voor het onderwijs? ‘Ik zat op de havo, had een bètapakket en wilde ‘iets met mensen’ gaan doen. Door mijn ervaring als voetbaltrainer leek het onderwijs me wel wat. Wiskundeleraar was voor mij wat te eenzijdig, dus werd het de pabo. Ik heb niet gekeken naar salaris en had nog geen idee dat er verschil was tussen wat je in het basisonderwijs en op de middelbare school kon verdienen als leraar.’ En na de pabo inderdaad het onderwijs in? ‘Jazeker! Na mijn opleiding heb ik eerst vijf jaar lesgegeven aan kleuters. Ik vond het geweldig om met zulke jonge kinderen te werken. Ze zijn nog zo onbevangen, lekker druk en enthousiast. Een beetje zoals ik zelf ben. Na die vijf jaar heb ik samen met anderen een nieuwe school opgericht. Ik was daar verantwoordelijk voor groep 1 tot en met 3, maar ik werkte als het zo uitkwam ook met alle andere leeftijdsgroepen. Ik werk nog steeds voor deze school en ook voor de bovenschoolse stichting, maar ik heb niet meer mijn eigen groep. Ik geef programmeerlessen en deel mijn ict-kennis met mijn collega’s.’ Als je niet op je eigen school bent, wat doe je dan? ‘Ik ben nu onderwijsondernemer. Bijna dagelijks geef ik workshops door het hele land over innovatief en actief onderwijs voor jonge kinderen. Ik maak vlogs en vorig jaar oktober kwam mijn eerste boek uit, ‘Meesterlijk kleuteronderwijs’. Ik vertel daarin hoe ik tegen het kleuteronderwijs aankijk. Bij het boek hoort online content, waar iedereen die met jonge kinderen werkt wat aan kan hebben.’ Wat hoop je te bereiken met al je activiteiten? ‘Ik wil op allerlei manieren onderwijsprofessionals, maar ook de mensen daaromheen inspireren en laten zien hoe ontzettend leuk lesgeven is. Ondanks dat ik geen eigen klas meer heb, blijf ik mijn hele leven leraar. Ik adem onderwijs. Kennis overdragen geeft me zoveel lol en voldoening. Leraren kunnen elkaar inspireren en verder helpen. Ik vind dat leraren meer van elkaars expertise gebruik moeten maken. Niet iedere basisschoolleraar hoeft muzieklessen te geven. Ik ben niet muzikaal en je wilt mij niet horen zingen. Daar schakel ik graag een collega voor in. Maar wil een collega iets met digitale geletterdheid doen en is hij of zij daar onzeker over. Ja, dan ben ik je man.’