Roemer Pierik

NOT PRESENTATIE


Het klaslokaal van de toekomst

(deel 2)

EGM architecten geeft in hun NOT-presentatie een doorkijkje hoe het klaslokaal zich ruimtelijk aan het ontwikkelen is. Insteek voor het architectenbureau, dat al heel wat vooruitstrevende schoolgebouwen op zijn naam heeft staan, is een gezonde, toekomstbestendige lesomgeving waar kinderen zich echt thuis voelen.

Tekst: Brigitte Bloem

Gerben Vos

EGM architecten, gevestigd in Dordrecht, is een innovatief architecten-, advies- en onderzoeksbureau en begeleidt vooral projecten op het gebied van maatschappelijk vastgoed. Vanzelfsprekend behoort daar ook het onderwijs toe. Schoolbesturen en gemeenten schakelen het bureau met name in wanneer vernieuwende onderwijsvisies een adequate vertaling vragen in een eigentijds gebouwconcept, of wanneer een schoolgebouw op een 'lastige' locatie veilig en goed in de omgeving moet worden ingepast. Dat geldt zowel voor basisscholen en middelbare scholen, als voor gebouwen voor middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs. De architecten Roemer Pierik, Gerben Vos, AnneMarie Eijkelenboom en assistent-ontwerper/onderzoeker Rosanne Alkema, verzorgen de presentatie op de NOT. Roemer en Gerben lichten alvast een tipje van de sluier op van wat de NOT-bezoekers kunnen verwachten. ‘Ons bureau hanteert een duurzame en proactieve benadering van architectuur’, legt Roemer uit. ‘Tijdens onze presentatie gaan we in op de klas van de toekomst - in het bijzonder de relatie tussen de ontwikkeling van het kind/de jongvolwassene en de architectuur van de ruimte - maar out-of-the-box en niet (te) beperkt door financiële budgetten en randvoorwaarden.’ Gerben vult aan: ‘Onze hoofdvraag is welke behoeften leraren en leerlingen hebben. Wat maakt een gebouw voor leerlingen functioneel en op welke wijze, ruimtelijk gezien, kunnen leraren bijvoorbeeld een gedifferentieerd onderwijsaanbod aanbieden?’

Multifunctionaliteit Volgens beide architecten is de scheiding tussen bijvoorbeeld leslokalen, praktijkruimtes, overlegplekken en gangen aan het vervagen en worden ruimtes multifunctioneel. Dat vraagt om innovatieve oplossingen, zegt Roemer. Hetzelfde geldt voor de relatie tussen binnen- en buitenruimtes. Gerben verwijst naar de Richtlijn Frisse Scholen. ‘Deze richtlijn gaat nagenoeg volledig over installaties en ventilatie, maar je kunt daar ook ruimtelijkheid aan toevoegen. Het actief betrekken van de buitenruimte bij een ontwerp kan van grote toegevoegde waarde zijn en wordt nog veel te weinig toegepast.’ Moderne onderwijsvisie EGM is bij veel verschillende typen bouw- en verbouwprojecten betrokken. Van het maken van businesscases voor scholen om een investering van de gemeente te krijgen, tot renovatie en volledige nieuwbouw. In Rotterdam-Zuid heeft het architectenbureau bijvoorbeeld een school in een monumentaal gebouw volledig toekomstbestendig gemaakt. Roemer legt uit: ‘Je moet dan, met de beperkingen die zo’n bestaand gebouw met zich meebrengt, creatieve oplossingen bedenken. De gemeente en de schoolleiding waren gelukkig ambitieuze opdrachtgevers, die daarin meegingen. Het mooie is dat het monumentale gebouw al hoge ruimtes en veel bijzondere architectonische details had. De identiteit van het gebouw, in combinatie met de innovatieve binnenkant, past bij de moderne onderwijsvisie van de school. We zijn trots op het resultaat: een historisch en herkenbaar gebouw is behouden voor de wijk, maar met een vergroot en modern interieur waar leerlingen en leraren weer tientallen jaren mee vooruit kunnen.’ Een ander project van EGM is een basisschool in Zwijndrecht. Bij deze school gaat het om volledige nieuwbouw en ligt de focus op de vertaling van de identiteit en onderwijsvisie van de school naar een functioneel, herkenbaar en modern gebouw. De groene binnenplaats heeft hier een centrale onderwijs- en ontspanfunctie gekregen. De architecten illustreren hun NOT-presentatie rijkelijk met meer inspirerende praktijkvoorbeelden en veel beelden.

Foto: Hellenbroekschool Zwijndrecht

Waar op de beurs? De ruimtelijke ontwikkeling van het klaslokaal Hal 3, Studielokaal 2

3 december 12.30 uur 3 december 15.30 uur